De Kabouter
Naast molen De Palmboom ligt een motorschip dat in de tijd dat deze molen nog een museummolen was en er werd gemalen werd gebruikt als graansilo. Het is in 1922 in Maassluis gebouwd onder de naam “Maria Hendrika” en voer oorspronkelijk als vrachtschip tussen Middelburg en Antwerpen. Begin jaren ’90 zocht UTO Nederland BV (tegenwoordig Herman Jansen) samen met De Schiedamse Molens naar een ruimte om graan op te slaan. Dit graan zou op de museummolen gemalen worden voor branderij “De Tweelingh”. Het idee ontstond om voor de graanopslag een schip te gebruiken. UTO kocht daarop dit motorschip en gaf het de naam “Kabouter” naar hun bekende jenevermerk. Het ruim werd ingedeeld in acht graansilo’s met elk een capaciteit van 10 ton. Via een blaassysteem kan het graan dat door de molen moet worden verwerkt vanuit het schip omhoog worden geblazen.
Het schip had al meer dan 10 jaar niet op eigen kracht gevaren en was hard toe aan revisie. Peter Maarleveld en Paul Nuis, twee vrijwilligers van De Schiedamse Molens, hebben er intussen heel wat uren in gestoken om het schip op te knappen. Als eerste is door Paul de Lister 1-cilindermotor onder handen genomen die het scheepsaggregaat aandreef. Daarna stortte hij zich samen met Peter vol overgave op de hoofdmotor; een Gardner 6 cilinder van 50 jaar oud (op de foto) die ook in de beroemde Londense dubbeldekkers wordt gebruikt.
Ook de stuurhut is weer opgeknapt maar om het schip weer te laten varen moest er nog meer gebeuren zoals reparatie van het koelsysteem, vervanging van de schroefas en het dichten van lekkages aan de romp. Inmiddels kan De Kabouter weer op eigen kracht vooruit en heeft ze een zgn. ‘CVO-keuring’ ondergaan. Daarmee voldoet zij nu aan de Europese richtlijnen voor binnenvaartschepen.
Sinds enige tijd biedt het schip ruimte aan Artists in Residence. Beeldend kunstenaars kunnen maximaal een maand lang wonen, werken en exposeren in het schip. Geïnteresseerde kunstenaars kunnen contact opnemen met onze stichting.